Over crisis, weerbaarheid en nieuwe kansen

De drie petunia’s had ik op dezelfde dag gekocht, fris, veelkleurig. Overgeplant in drie hangbakken naast elkaar aan dezelfde  muur, met zelfde hoeveelheid regen in de halfschaduw. Plezier alom. Tot de crisis toesloeg in de vorm van de familie huisjesslak. Geheel antropomorf dacht ik: die zich geniepig verstopt hadden aan de achterkant van de pot, en in het donker van de nacht toesloegen.  Genadeloos.

Echter het gekke was dat van de drie plantjes er maar één echt erg was aangetast, half kaal gevreten in een paar dagen tijd. De andere twee niet veel aan de hand. Zelfde omstandigheden, zelfde condities, afkomstig uit zelfde kwekerij, zelfde plek aan dezelfde muur.

Waar zat het dan in, dat de ene petunia weerbaarder was dan de andere?

Er was een deel buitenkant, of noem het ‘domme pech’: het aangetaste exemplaar hing net iets meer naar links, beetje minder zon en beetje meer regen. Een iets betere slakken-ambiance zou je kunnen zeggen, iets meer in de gevarenzone.

Maar er was ook een deel binnenkant: dat ene plantje was al bij de start net iets kleiner, met net iets minder stevig blad,  met net iets kleinere wortelkluit.

Weerbaarheid is: ken je zwakke plekken aan de binnenkant, en doe er wat aan.

Want aan je omstandigheden kun je meestal niet heel veel veranderen. Maar wel hoe je er mee omgaat. Niet je kop in het zand steken.  Maar onder ogen zien dat er NU echt zoiets speelt als ‘slakken’ die je het leven zuur maken. Echt kijken. Laat het tot je doordringen wat je ziet. Totdat het besluit rijpt dat je het anders wilt. En gaat uitvinden ‘hoe dan’.

Met de rottigheid in je leven – een crisis – goed omgaan vereist moed en mentale energie.

Dat begint met je zelf-diagnose: welke plekken van binnen gaat het om?  Geef ze een cijfer van 1-10 hoe zwaar ze je op de maag liggen, hoeveel last je er van hebt op dagelijkse basis. Kies vervolgens die plek uit die je het eenvoudigst lijkt om mee te beginnen. Eén plek dus. Houd het klein.
En geef die plek dagelijks positieve aandacht. Slechts 25 minuten per dag.

Waarom 25 min.?
Dat komt van de Pomodoro techniek, waarbij je 25 min. geconcentreerd aan een taak werkt. Deze techniek is  eind van de jaren tachtig ontwikkeld door Francesco Cirillo als onderdeel van een methode voor tijdmanagement.

Hoe werkt deze techniek?

  1. Kies een taak
  2. Zet een timer op 25 min.
  3. Werk 25 min. geconcentreerd alleen aan deze taak
  4. Ga daarna even in de tuin adem halen

Voordelen: het helpt je

  • om echt te beginnen; je hebt veel minder uitstelgedrag omdat het maar 25 min zijn
  • om afleiding te vermijden, je focus is op deze ene taak
  • om in een staat van flow te komen
  • om je tijd effectief te besteden
  • om overzicht en controle over je taken en dus over je leven te krijgen.

Mijn toepassing voor mijn eigen actuele frustratie
Elke dag 25 min. alle kuipplanten (veel) op het terras ontdoen van slakken. Elke week plantenvoeding vanaf nu. Betere dosering van water geven.
Een vriendin van mij zet de kookwekker op 25 min. voor huishoudelijke taken waar ze een hekel aan heeft. Om verslonzing tegen te gaan.
En het werkt: beide zijn we minder gestrest, en weerbaarder om dit stukje chagrijn om te zetten in positieve resultaten!

En jij? Laat me weten hoe jij jouw rottigheid in je leven te lijf gaat. Ben heel benieuwd.
Contact me hier.