Jaarlijks ritueel met een Afghaans kleed van schapenwol

De achtertuin is niet alleen mijn coachwerkplaats, eet-paradijs voor mens en dier, en een lust voor het oog. Maar ook schoonmaakhulp. Elk jaar wordt het zware wollen kleed een paar dagen in de zon gelegd en stevig afgeborsteld. Ik wordt helemaal zen van het uitpulken van de motjes die zich ingenesteld hebben. Terwijl mijn handen de vettige vervilte wol bewerken, ga in gedachten terug naar de vele malen dat ik als consultant in Afghanistan was voor een evaluatie/ strategisch organisatietraject. Dit kleed was een relatiegeschenk. Handgemaakt van lokale schapenwol, in een traditioneel patroon zoals op het platteland op de lemen vloer ligt. Met kleurige kwastjes.

Het kleed brengt het allemaal terug. Hoe ik de eerste keer buiten de hoofdstad kwam. Mijn Groningse hart ging gelijk open van de wijdsheid van het landschap en de ruime luchten. Met uitgewaaierd op het schrale land overal groepjes schapen met herdersjongens, hoe ver je kon kijken. Weerbarstig landschap. Maar de bewoners hebben veel creatieve manieren gevonden om er te overleven. Het was mijn voorrecht om in allerlei provincies en verafgelegen dorpen en gehuchten vele variaties van weerbaarheid te leren kennen. Als vrouw kon ik ook de onopgesmukte verhalen van de andere helft van de mensheid horen. Wat een gemeenschapszin, interne kracht

Wat mij vooral trof  was dat het niet de omstandigheden als zodanig waren die weerbaarheid bepaalden. Niet de buitenkant. Maar de binnenkant. De aanwezige kennis en kunde in je. Met een grote portie mentale energie, zodat je je niet murw laat slaan door de omstandigheden. Alles wat in je zit helpt mee.

Hetzelfde zag ik in andere landen en culturen bij wederopbouw na crises waar ik lang op betrokken was, bv Honduras na Hurricane Mitch; Atjeh/Indonesie na de Tsunami; Rwanda na de Genocide; Haiti na de grote Aardbeving; DRCongo  bij de ongoing strijd om bodemschatten in het N.O.

Echter met nadruk gesteld: op het moment van de calamiteit zelf heb je vaak eerst serieuze hulp van buitenaf nodig, en snel. Dat vraagt om solidariteit, internationaal en met eigen buurt en familie. Dat vraagt van ieder van ons grote alertheid om er te zijn voor die ander, dichtbij en veraf.

Maar na die eerste leniging van nood, hoe snel kun je zelf weer opkrabbelen? Met de handen uit de mouwen je leven weer vlot trekken? Dat wordt toch echt bepaald door wat al in je zit. Geen ramp kan dat van je afnemen, waar ook ter wereld. Kennis en kunde, daarmee kun je opnieuw beginnen. Hoe die te mobiliseren? Door de motor van je mentale vitaliteit. Je mentale energie. Die jouw innerlijke kracht naar boven brengt om het leven aan te kunnen.

Investeren in je mentale weerbaarheid kun je beter doen als je nog niet burnout bent of op het randje zweeft van uitputting. Voor die tijd. Want op het moment dat het leven uiteen spat moet je het doen met wat dán in je zit. Preventie dus. Weet jij waar je zwakke plekken zitten in je weerbaarheid? Doe er wat aan, want voorkomen is beter dan niet genezen.  Als ik je kan helpen met zelfinzicht hierbij contact me gratis en vrijblijvend om te zien waar de kansen liggen.