Kill in de achtertuin

Het is eten of gegeten worden in mijn tuin op dit moment. Het lijkt wel de echte grote-mensen-wereld. Als natuur-coach is mijn eigen achtertuin een niet aflatende bron van inspiratie. Om beelden te vinden voor hoe transities er uitzien in mensenlevens en in levens van organisaties. Hieronder lees je 3 recente gevallen van een prooidier en een prooi, alles gebeurde in één week. Ik ben zelf verbaasd over mezelf hoe verschillend de emoties zijn die deze 3 bij me oproepen. En waarom zijn mijn hoofd en mijn hart het vaak niet met elkaar eens?

Sperwer-vrouwtje en houtduif, in mijn stadstuin te A’foort

1. Pontificaal plukken
Het is een compliment als de sperwer jouw tuin uitkiest als plek om te jagen. Het betekent dat je tuin een plek is waar alle vogels terecht kunnen, ook de sperwer. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat ze een houtduif of Turkse tortel te pakken heeft. Ze plukt pontificaal in zicht, de veren vliegen in het rond, ze maakt er een behoorlijke bende van.  Ze eet het vlees van de borst en de organen. De rest laat ze liggen. Ik kijk gefascineerd en bewonderend toe, wat een power, wat een vurigheid, wat een felle blik in de ogen. En mijn rationalisatie is snel: het zou wat worden als alle duiven bleven leven, hoe mooi ze ook zijn om te zien, vooral die torteltjes. Maar we zouden op de duur zelf niet meer in de tuin passen; predatie hoort er echt bij, ook in de stadsnatuur.
Metafoor voor de transitie-coach: er zijn situaties in het leven die je op-consumeren, compleet, en de brokstukken blijven over. Klopt. Maar erken dat er krachten en machten zijn die groter zijn dan jijzelf, hoe ellendig ook. Het hoort bij het leven. Misschien krijgt de situatie jou er fysiek of psychisch onder, maar door de pijn te leren omarmen kun je tóch mentaal gezond en krachtig blijven. Met moed om te leven.  Zie ook mijn blog ‘Van angst naar hoop’ over Mandela en Anne Frank.

2. IJsheiligen
Net na IJsheiligen merk ik dat de bladluizen  twee geraniums totaal hebben kaalgevreten. Ze hadden in de serre overwinterd, maar zijn nu zo verzwakt dat ik ze opgeef, dat wordt niets meer. Het doet me eigenlijk weinig merk ik. Ik had al nooit sympathie voor bladluizen, vind het lastig om ze te waarderen voor wie ze zijn. Geraniums ben ik dol op, maar heel veel potten geraniums die ook overwinterd hadden, staan nu voluit te bloeien. Dus er is voldoende balans om m’n verlies te nemen.
Metafoor voor de transitie-coach:  geniet van wat wel bloeit, en leer om echt achter je te laten wat er niet meer is, fixeer jezelf niet op gemis. Zet die knop uit, en je krijgt gelijk ruimte. Met volle erkenning dat als het om een heel klein verliesje gaat dit  transitie-management natuurlijk een veel sneller en minder complex proces is dan een mega-verlies zoals het overlijden van je moeder bijvoorbeeld. Maar goed, elke metafoor loopt wel ergens mank.

3. De diepe val
Gezegend met 4 merel-nesten in de tuin maken we heel wat mee deze weken. Complete achtervolgingen en afweergeschut komen in werking. Maar toch, waarom ben ik bijna in tranen, en kom er maar moeilijk overheen als zo’n puber-merel aangevallen wordt door een ekster, uit z’n nest wordt gewipt, en op hem ingehakt wordt…vlak voor ons keukenraam…we rennen naar buiten…het hoopje trillend vogel stutten we met hopen zacht eikenpluis, zodat ie beetje uit zicht is…wat doen de vele buurtkatten straks (die immers onze tuin als de hunne beschouwen)… en komt de ekster nog terug…wat doen de ouders die als gekken hun alarmkreten rondstrooien, wat kúnnen ze doen…Maar, oh mirakel, een half uur later is tie verdwenen. Maar het hoe en wat, we weten niet hoe het is afgelopen, of tie het wel of niet heeft overleefd, en hoe. Ik merk dat mijn treurigheid  zich dagenlang voortsleept. En me blijf afvragen wat er van geworden is…het niet weten knaagt aan me merk ik.
Metafoor voor de transitie-coach: kunnen afsluiten is belangrijk om door te gaan naar de volgende fase. We zien dat op televisie als er 5 mensen in de golven verdwijnen, en er 4 lichamen gevonden worden maar 1 niet; die laatste familie kan niet begraven. Als je niet kunt afsluiten blijf je in niemandsland. En daar is het onherbergzaam.

Wat brengen deze drie gebeurtenissen aan mijzelf:
1.sperwer: ik incasseer het compliment dat de tuin me maakt, en bespeur dezelfde bewondering voor de sperwer bij de buren, die in de oprijlaan ook een keer het schouwspel zien. Ik geef plaats aan een rover, een hebberig typje, en ben toch heel blij met diversiteit.
2.geranium: planten doen me minder dan dieren, terwijl beide geschapen natuur is. Hm…nog eens over nadenken
3.puber-merel: pubers – mensen in de dop, het leven kan ze alle kanten op smijten, en ik hoop altijd maar dat ze op hun pootjes terecht komen. Als ze diep vallen voel ik diepe pijn….hey, de pedagoog in mij is nog springlevend, leuk om te merken. Ook wel verwarrend dat het me zo intens raakt.

En mijn metaforen: Mijn metaforen hoeven niet die van jou te zijn. Zoek ze zelf eens, gewoon in je achtertuin. Op je balkon. Of op een klein stukje groen in je buurt. Ze liggen voor het oprapen als je er oog voor hebt. Schrijf ze eens op, met hoofd- en hart- aspecten. Zelf-reflectie heet dat.

Succes!