Hoe kom ik levend uit een mijnenveld

Geboren op 30 april is mijn verjaarsbeleving en feestgevoel nog steeds behoorlijk verbonden met de vlaggen, drumbands en Oud-Hollandse spelen van Koninginnedag waar ik mee opgroeide. En uiteraard met het Koningshuis zelf, de kleedjesmarkten en de fijne samenbindende sfeer van gemeenschapsgevoel. Onlangs realiseerde ik me echter opeens dat ik mijn hele leven een giga grote reden tot viering en dankbaarheid compleet gemist heb: 30 april 1975 markeert namelijk het einde van de Vietnam-oorlog. Die hield 20 jaar de gehele regio in een wurgende houdgreep. Ik had die datum kunnen kennen, …

Ik had die datum kunnen kennen, want als internationaal consultant ben ik herhaaldelijk in de regio geweest voor programma-evaluaties en organisatie-advisering. Met name in Cambodia en Laos. Daar maakten na vele jaren de achtergebleven mijnen nog steeds slachtoffers. In de rijstvelden, opeens, een kind, een volwassenen. Dood en verderf in de volgende generatie. Die oorlog is nu 50 jaar geleden. Maar de gevolgen worden nog steeds gevoeld. Hoeveel werkplaatsen voor protheses, projecten voor mentaal support etc. ik niet gezien heb.

Want ook al kom je levend uit dat mijnenveld, is welke staat ben je, zo zwaar aangeslagen door wat er gebeurd is, wie je nog steeds mist, alles wat niet heeft gekund omdat… Die vraag betreft landen, regio’s, communities, en tja, helaas ook in NL, gewone mensen in mijn Praktijk voor Mentale Vitaliteit bij Transities.

Gister nog een client, bij wie alles tegelijk uit z’n voegen was, er speelden teveel echt lastige zaken zowel in werk als gezin die haar weerbaarheid onderuit hadden gehaald. Haast niet uit te houden nu het al zo lang duurde. Zonder veel uitzicht.

We zaten in de veranda, al pratend uitkijkend over de ruim 30 m. lange pasgemaaide grasmat vóór ons. Groen, rustgevend voor de ogen en het gemoed. Maar opeens in mijn geestesoog lag daar een mijnenveld. Een veld vol kritieke items die op ontploffen stonden. Mijn beeld / metafoor deelde ik en het was haar gelijk helder. Maar ze trok bleek weg bij mijn opdracht, die viel haar heel zwaar: loop nu door dit mijnenveld van jouw leven naar de overkant.

Ik kon het bijna niet aanzien, de fysieke pijnlijke worsteling, het stapje voor stapje ergens omheen gaan, af en toe wankelend uit angst voor de ontploffing die haast wel móest komen. Tot ze met een zucht van verlichting in het streepje licht van de overkant kon stappen, ze had het gehaald.

Even praten over het onder ogen zien van de realiteit. Het huiswerk om alle mijnen onder elkaar te zetten, niet in globale termen maar met de precieze kern van het pijnpunt. Het zijn ongelijke grootheden, dus ook erbij noteren de weging op de schaal van 0-10 hoe zwaar het er NU inhakt.

Aan het eind nodigde ik haar uit om het mijnenveld nog een keer in te gaan. Maar nu liep ik met haar mee (in haar tempo en op haar manier meebewegend) naar de overkant. Is dit anders? Ja. Wat? De mijnen zijn nog dezelfde, maar ik ben niet alleen. En ik weet beter waar ik m’n voeten moet zetten.

De volgende keer ga ik haar helpen als detoneer-expert. Eén mijn per keer onschadelijk helpen maken. De angel eruit. Dan komt er steeds meer ruimte voor onderweg.

Kleine stapjes, steeds stukjes hoop stapelen, weerbaarheid opbouwen. Hoop doet overleven. Echt. Voor wie ben jij een detoneer-expert? Iemand die echt langszij komt bij een ander? Samen oploopt met hem, met haar?

Vraag me gerust om tips hoe je hen kunt helpen weerbaarheid op te bouwen.